Voor velen is het Kgalagadi Transnationaal Park de favoriete plek voor een unieke tocht door de wildernis. Ook al is het hier droog en heet, het landschap is werkelijk spectaculair; iedere bezoeker vindt er wel iets van zijn of haar gading. De vlucht van een adelaar tegen de achtergrond van een roodpaarse zonsondergang, een familie stokstaartjes die vanuit hun hol het landschap in de gaten houden, of misschien een door stofwolken omgeven antilope die met sierlijke sprongen over het land snelt? Het kan ook simpelweg gaan om een gevoel van één zijn met die prachtige oer-natuur; een plek waar je even helemaal bij kunt komen.
De groene Kalahariwoestijn strekt zich noordwaarts uit vanaf de Oranjerivier in Zuid-Afrika tot het oosten van Namibië, Botswana, het westen van Zimbabwe, Angola, Zambia en de Democratische Republiek van Kongo; en vervolgens nog verder over de evenaar. Het gebied bestrijkt maar liefst 1,63 miljoen vierkante kilometer; het is een gigantisch grote zandbak, de grootste ter wereld! In hun boek “De Kalahari; Overleven in de Wildernis van het Dorstland” schreven Michael Knight en Peter Joyce dat “het vaak een woestijn wordt genoemd vanwege de zanderige poreuze aarde, de gloeiend hete zomers, het uitgestrekte en voornamelijk vlakke landschap, de korte en onvoorspelbare regenbuien en een vrijwel totaal gebrek aan oppervlaktewater. Toch zijn er maar weinig plekken die deze populaire opvattingen rechtvaardigen, en een beter passende omschrijving is wildernis, dorstland of de nogal technische benaming semi-aride regio".
In het zuidwesten van de Kalahari ligt een gebied dat nog het meest op een woestijn lijkt. Tot halverwege de 19e eeuw was dit een populair jachtgebied, maar grote aantallen jagers hebben de kuddes zó uitgedund dat het al snel noodzakelijk werd om een reservaat aan te leggen. In de jaren dertig van de 20e eeuw werd het Zuid-Afrikaanse gebied tussen de Nossob- en Auobrivier uitgeroepen tot het Kalahari Gemsbok Nationale Park. En naar het oosten, in het tegenwoordige Botswana, werd een uitgestrekt gebied afgeschermd als het Gemsbok Nationale Park. Ook al liep de grens tussen de twee landen langs de Nossobrivier, toch werd hier geen omheining aangebracht om optimale bewegingsvrijheid van de wilde dieren te garanderen; een van de belangrijkste kenmerken van effectief natuurbehoud in een reservaat. De twee parken hadden altijd al nauw samengewerkt, maar als gevolg van politieke ontwikkelingen werd in 2000 één enkel reservaat gesticht, het Kgalagadi Transfrontier Park. Het behoort tot de grootste natuurreservaten ter wereld en heeft een voorbeeldfunctie voor alle wildparken in de rest van de wereld.